Alverzoening

Tegenwerping (God alvergevend):
God vergeeft allen, verleent allen genade.
Antwoord.
Dat wil dus zeggen dat die bepaalde zonde nooit tot straf leidt, met andere woorden: dat Gods standaard die zonde accepteert. Stel dan God alle leugenaars zou vergeven — dan zou Hij in feite Zijn standaarden zo ver verlagen dat de leugen toesgetaan wordt. Maar als liegen slecht is maar wel toegestaan wordt door God, dan is zijn Wet onvolmaakt.
Tegenwerping (Genade totaal):
Een perfecte God heeft een perfecte genade, en zal dus het heil van allen willen. Dat maakt alverzoening tot een eis voor een aanvaardbaar wereldbeeld.
Antwoord.
Dat eerste is juist; dat tweede is enkel juist als alverzoening te rijmen valt met Gods rechtvaardigheid en onze wilsvrijheid, en er geen ander model te rijmen valt met die perfecte genade.
Neem die wilsvrijheid: stel dat ik niets van God wil weten — moet God me dan dwingen in Zijn nabijheid te verkeren, of me toestaan buiten zijn aanwezigheid te verblijven?
Tegenwerping (Annihilatie):
Een perfecte God biedt aan wie niets van hem wil weten de optie tot annihilatie.
Antwoord.
((Te doen. Dit lijdt aan het probleem van de parodie op het ontologisch Godsbewijs van Anselmus, door bestaan als eigenschap te zien. En hoe zou een goede God goed kunnen zijn voor wie Zijn goedheid nu juist niet wil?))