Het redelijk getalꜛ
((Te doen.))
Redelijke getallen zijn getallen die niet door samennemen uit eerdere getallen te vormen zijn.
0, 1, 2, ℵ₀
Iedere stap brengt iets wezenlijk nieuws, dat slechts door een limietovergang bereikt kan worden: nihilisme, monisme, dualisme en algemener pluralisme, oneindigheid. ((Nog uit te werken. Wellicht hoort het voluit binnen de dekpuntstheorie, of andersom: dekpuntstheorie behoort binnen de regressietheorie.))
Overgangen van één regulier getal naar het volgende heten limieten. Deze limieten zijn in verschillend opzicht problematisch. Daar wij op niveau 2 leven zijn de limieten van 0 naar 1 en van 1 naar 2 neerwaarts problematisch, terwijl de limiet van 2 naar ℵ opwaarts problematisch is.
- De limiet naar niets
- Dit is een neerwaartse limiet, en het probleem is dat vaak eigenschappen van iets onterecht worden meegenomen over de limiet.
- De limiet naar één
- Ook dit is een neerwaartse limiet, waarbij vaak ten onrechte plurale eigenschappen worden toegekend aan een monon.
- De limiet naar oneindig
- Dit is een opwaartse limiet, en iedere wiskundige leert de gevaren van het ondoordacht overdragen van eigenschappen van het eindige naar het oneindige. Zo geldt „X+1>X” in het algemeen niet in het oneindige.
Bekende denkfouten bestaan uit het verwarren van de getallen: iets van grootte 1 (of meer) „niets” noemen, of iets van grootte 2 „monisme”.
Betere organisatie vinden: we willen enerzijds iets zeggen over de getallen zelf, en anderzijds iets over denkfouten bij limietovergangen naar die getallen. Moeten we de limieten tussen de getallen in behandelen?