De Islamitische leer

((Alles in de pagina's hieronder is slechts aantekening, waardoor sommige zaken harder en liefdelozer over kunnen komen dan ze bedoeld zijn. Er zijn twee versificatiesystemen voor de Koran, die op sommige plaatsen uiteenlopen, enigszins zoals ook met de Bijbel.))

((Te doen.))

Soera 29:46
Geloof in dezelfde God, vriendschap.
Soera 41:34
Vergeldt kwaad met goed.
Soera 2:256
Geen dwang in godsdienst
Soera 11:30
Noah wijst niet af wie komen.

De mens is slecht (Soera 4:28: hulpbehoevend geschapen; Soera 70:19: wispelturig geschapen). De mens is niet slecht Soera 30:30

Soera 39:8
Als ʼt goed gaat keert te mens zich van God af; als ʼt slecht gaat komt hij tot God.
Soera 33:72
Door zich onder de wet te stellen werd de mens slecht (boom der kennis van goed en kwaad).
Soera 17:11
De mens kiest kwaad zoals hij goed kiest.
Soera 12:53
Behoudens Gods genade wil mijn ziel het kwade.
Soera 14:34
De mens ongerechtig en ondankbaar.
Soera 15:61
Als God naar recht zou straffen zou Hij geen enkel schepsel overlaten.
Soera 17:89
De mens ondankbaar (Soera 25:50).
Soera 18:54
De mens is twistziek.
Soera 96:6
De mens is overmoedig

Overig.

Soera 2:223
Vrouw als akker.
Soera 2:162
Hellestraf voor ongelovigen is eeuwig.
Soera 87:1; Soera 87:15
Men moet Gods naam noemen. Kent de Moslim die? En waarom een naam als je één persoon bent?

((Te doen: Zedeleer. De Islamitische ethiek is gebaseerd op beloning: doe goed en je kunt de hemel verdienen. Daarmee zijn alle acties ten diepste egoïstisch gemotiveerd — de „goede” mens is slechts hij die zijn langetermijnbelang boven zijn kortetermijnbelang stelt. Zuiver altruïsme lijkt de Islam niet te kennen. Nagaan!))