Bronnen van informatie

Ons geloof is deels gebaseerd op informatie. Wij bestuderen de Bijbel om daaruit te leren, anderen bestuderen handschriften om zo accuraat mogelijk de oorspronkelijke tekst te kunnen weergeven, weer anderen bestuderen de bodem van het land Israël (archeologie) om een zo goed mogelijk begrip te hebben van wat verwijzingen in de Bijbel betekenen, enzovoort. Voor een deel zijn die bronnen, en de principes achter de methode van bestuderen, bevattelijk voor de ontwikkelde leek.

Van Egypte weten we opvallend weinig, om een eenvoudige reden. De Egyptenaren schreven op papyrus, en toen het land overging tot het Christendom heeft de bevolking radicaal alle oude geschriften verbrand. Slechts enkele geschriften in grafkelders ontkwamen aan deze algehele zuivering.

De volkeren uit Mesopotamië daarentegen schreven op klei­tabletten, die weliswaar gemakkelijk breken, maar niet gemakkelijk vernietigd worden. Van die beschavingen bezitten we zoveel materiaal dat nog lang niet alles is opgegraven, laat staan gelezen. Momenteel gaat onnoemelijk veel verloren door illegale opgraving en smokkel — kleitabletten zijn vaak in telegramstijl geschreven, en slechts door een min of meer complete serie te lezen wordt de betekenis van de individuele tabletten duidelijk. Losse tabletten die opduiken zijn daardoor meestal waardeloos als informatiebron.

Naast oude handschriften van Bijbelboeken hebben we ook veel commentaren. Het belangrijkste Joodse commentaar is de Talmoed, waarvan twee versies bestaan, en de Midrasjim, stichtelijke vers-voor-verscommentaren. (Het woord „midrasj” komt tweemaal in de Bijbel voor, door de NBG vertaald met uitlegging, namelijk in 2 Kronieken 13:22 en 2 Kronieken 24:27.) Voor meer informatie zie Apologetiek.