Vrijheidsethiekꜛ
Vrijheidsethiek: mensen zijn vrij in hun doelen; slechts die middelen kunnen onethisch zijn die de vrijheidꜛꜛ van anderen beperken.
((Nog te schrijven.))
Een probleem hiermee is dat vrijheidsbeperking altijd wederzijds is: jouw recht je neus te steken houdt op waar ik mijn vuist aan het zwaaien ben, en als jij met je neus mijn vuist beperkt in zijn beweging ben je schuldig. Als ik met een karabijn aan het doelschieten ben op straat, en jij verandert met jouw hersenmassa de baan van mijn kogel ben je schuldig.
Een ander probleem is dat iedere daad vrijheidsbeperkend is. Als ik inadem kun jij die moleculen niet meer inademen. Als ik fluister kun jij je absolute stilte vergende experimenten niet meer uitvoeren. Dat betekent dat er altijd een afweging nodig is: welke vrijheidsbeperking weegt zwaarder? Met andere woorden: onze doelen en middelen moeten commensurabel zijn — mijn doel moet ethisch gewogen kunnen worden tegen jouw doel, en daarmee is die vrijheid van doelen beperkt.
Een derde probleem is dat vrijheid niet altijd in het welbegrepen eigenbelang is. Is leerplicht misdadig? En als we niet vrijheidsbeperking, maar schade als criterium nemen (je kind niet naar school laten gaan schaadt het, dus is leerplicht goed) aanvaarden we niet meer de vrijheid van doelkeuze van het individu: het kind kan doelen hebben waarvoor leerplicht schadelijk is; slechts vanuit onze doelen is het omgekeerde het geval.