Argumenten tegen transcendente rede

Tegenwerping (Transcendentisme feilbaar denkproduct):
De transcendentist heeft hetzelfde probleem als de naturalist, want zijn transcendentistische positie is ook het product van denken.
Antwoord:
Die kritiek zou correct zijn jegens het solipsisme, maar is dat niet jegens het transcendentisme. De transcendentist heeft immers naast zijn eigen gedachten en die van anderen in zijn positie ook de transcendente ervaring, en getuigenissen van ervaringen van anderen. De naturalist heeft hooguit negatieve ervaring.
(Vergelijkbare gevallen zonder transcendentie: Een kind dat zijn eigen redeneren wantrouwt kan, op niet-logische gronden, een terecht vertrouwen hebben in de ouders of schoolmeester, en hun oordeel op die gronden aannemen — inclusief het oordeel dat zijn denken betrouwbaar is. Evenzo kan iemand zijn IQ laten testen om zekerder te zijn van zijn denken. De naturalist heeft deze optie niet, omdat alle anderen even onbetrouwbaar denken als hijzelf.)
((Toevoegen: betekenis. Voor de transcendentist betekenen twee zaken hetzelfde als de hogere geest coreferentie bedoelt. Slechts hierdoor is begrip mogelijk, want jij en ik moeten daartoe hetzelfde bedoelen.))
Tegenwerping (Onredelijk transcendentisme):
Maar ook de transcendentist is irrationeel, want die transcendentistische positie is ook het product van denken.
Antwoord:
De transcendentistische positie is het product van de hogere geest, die een terechte overtuiging van de waarheid van het transcendentisme in ons hart heeft gelegd. Ons denken blijkt die overtuiging te onderbouwen, maar komt pas op de tweede plaats.
En niet denken op zich, maar denken vanuit de dubbele grondslag van naturalisme en Darwinse evolutie van het verstand leidt tot irrationaliteit. De transcendentist kan zonder probleem geloven dat een hogere geest het ontstaan van het verstand heeft geleid, en in goede banen heeft geleid.
Tegenwerping (Epistemisch nihilisme):
Deconstructivisme en postmodernisme hebben duidelijk aangetoond dat er niet zoiets als „de waarheid” bestaat.
Antwoord:
Neen, ze hebben aangetoond dat de eindige, betekenisloze en onpersoonlijke grondslagen die zijn voorgesteld als fundering van kennis niet voldoen. Wereldbeelden waarin de transcendente geest oneindig, betekenisdragend en persoonlijk is (zoals in het Christendom) worden niet geraakt door hun kritieken. Feitelijk is er iets anders aan de hand: men kan de transcendente geest slechts blijven ontkennen als men ook de rede ontkent, want zonder die geest is er geen basis voor vertrouwen op de rede.
Hun positie is overigens inconsequent: volgens de consequenties van hun eigen leer zouden ze in het geheel niet kunnen communiceren, maar toch doen ze dat, in hun hart gelovend in de mogelijkheid van begrip. Derrida klaagt zelfs dat hij verkeerd begrepen wordt!
Tegenwerping (God geeft onbetrouwbare rede):
God had ons betrouwbare rede kunnen geven, maar als we naar anderen kijken, en hun denkfouten, wanbegrippen, ontvankelijkheid voor drogredenen zien, is het duidelijk dat dat niet het geval is. Blijkbaar wilde God slechte en beperkte denkers scheppen, of op zijn minst mensen die hun denken wantrouwen.
Antwoord:
((Te doen.))