Leven

((Het onderstaande is oud, en onjuist.))

We hebben nu tweemaal nagedacht over de wereld. De eerste maal wilden we weten in welke streek van het eiland de schat zou kunnen liggen, en toen hebben we ontdekt dat die eigenlijk alleen daar kon liggen waar ook een God bestond, Iemand die die schat begraven heeft. De tweede maal wilden we weten wat voor iets of iemand die God dan wel was, en we hebben wat van zijn eigenschappen gezien. Nu willen we nog een derde maal nadenken, om te zien of we die God, waar we nu theoretisch een beetje weet van hebben, ook persoonlijk kunnen leren kennen.

Dat is niet zo'n vrijblijvend onderzoek als de eerste twee, want als je persoonlijk degene leert kennen van wie je in alles volslagen afhankelijk bent zullen daar waarschijnlijk verplichtingen uit voortvloeien. Wie een onderzoek doet naar Napoleon of Caesar loopt niet veel risico, maar wie ontdekt dat hij een soldaat is in het leger van zo'n generaal‥

((Inwerken.))

We kennen de wereld van twee kanten: van alle andere dingen kennen we de buitenkant, en van onszelf kennen we (ook) de binnenkant. De introspectieargumenten onderzoeken wat die binnenkant ons leert.

Met Søren Aabye Kierkegaard kan men drie leefniveaus onderscheiden: men kan esthetisch leven, gericht op zingenot — dit leidt tot verveling en besef van zinloosheid; ethisch leven, pogend goed te zijn en te doen — dit leidt tot frustratie en wanhoop; en religieus leven, vanuit de vrijheid der vergeving.

((Dit onderdeel is niet goed georganiseerd, en wordt leeggehaald.))

Die feilbare faculteiten kunnen eventueel praktisch verklaard worden; die absolute overtuiging is a priori en komt van de transcendente geest (anders zou die overtuiging zijn eigen twijfel oproepen.)

Absoluta: