Koppigheid
Er valt nog iets op: ook al kan iemand geen fout vinden in de argumentatie, emotioneel weigert hij de conclusie aan te nemen. Op wiskundeles geloven we de meest subtiele stellingen nog voor we het bewijs helemaal begrijpen, maar hier is het omgekeerd: ook al begrijpen we het bewijs, dan nog willen we niet aan de conclusie. Met alle inspanning zoeken we naar uitwegen, naar argumenten om de conclusie maar niet te hoeven aanvaarden.
Nu is het op zich toe te juichen als iemand een redenering stevig op diens betrouwbaarheid test, zeker een dergelijke belangrijke redenering. Maar hier is meer aan de hand, en onze levensbeschouwing moet dat koppige-ezelsgedrag verklaren. De Christelijke leer vindt die verklaring in de presuppositie.