God is enig

Er is maar één God.

Deuteronomium 4:35: Gij hebt het te zien gekregen, opdat gij zoudt weten, dat de Here de enige God is, er is geen ander behalve Hij.
Deuteronomium 4:39: Weet daarom heden en neem het ter harte, dat de Here de enige God is in de hemel daar boven en op de aarde hier beneden, er is geen ander.
Deuteronomium 32:39a: Ziet nu, dat Ik, Ik het ben, daar is geen God, behalve Mij.
Jesaja 43:10-11: Gij zijt, luidt het woord des Heren, mijn getuigen, en mijn knecht, die Ik verkoren heb, opdat gij het weet en in Mij gelooft en inziet, dat Ik dezelfde ben; voor Mij is er geen God geformeerd en na Mij zal er geen zijn. Ik, Ik ben de Here, en buiten Mij is er geen Verlosser.
Jesaja 44:6-8: Zo zegt de Here, de Koning en Verlosser van Israël, de Here der heerscharen: Ik ben de eerste en Ik ben de laatste en buiten Mij is er geen God. En wie is als Ik (hij roepe het uit en verkondige het en legge het Mij voor) daar Ik toch het overoude volk in het aanzijn riep; en hetgeen er in de toekomst gebeuren zal, mogen zij verkondigen. Weest niet verschrikt en vreest niet. Heb Ik het u niet van oudsher doen horen en verkondigd? Gij zijt mijn getuigen: is er een God buiten Mij? Er is geen andere Rots, Ik ken er geen.
Jesaja 45:5-7: Ik ben de Here en er is geen ander; buiten Mij is er geen God. Ik gordde u, hoewel gij Mij niet kendet, opdat men het wete waar de zon opgaat en waar zij ondergaat, dat er buiten Mij niemand is; Ik ben de Here, en er is geen ander, die het licht formeer en de duisternis schep, die het heil bewerk en het onheil schep; Ik, de Here, doe dit alles.
Jesaja 45:18: Want zo zegt de Here, die de hemelen geschapen heeft — Hij is God — die de aarde geformeerd en haar gemaakt heeft, Hij heeft haar gegrondvest; niet tot een baaierd heeft Hij haar geschapen, maar ter bewoning heeft Hij haar geformeerd: Ik ben de Here en er is geen ander.
Jesaja 45:21z: En er is geen God behalve Ik, een rechtvaardige, verlossende God is er buiten Mij niet.
Jesaja 45:22z: Ik ben God en niemand meer.
Jesaja 46:9: Denkt aan hetgeen vroeger, vanouds, gebeurde; Ik immers ben God, en er is geen ander, God, en niemand is Mij gelijk;
Mattheüs 19:17m: Één is de Goede.
Johannes 17:3: Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt.
1 Korinthiërs 8:4: Wat nu het eten van offervlees betreft, wij weten, dat er geen afgod in de wereld bestaat en dat er geen God is dan Één.
Efeziërs 4:5-6: één Here, één geloof, één doop, één God en Vader van allen, die is boven allen en door allen en in allen.
1 Timotheüs 1:17: De Koning der eeuwen, de onvergankelijke, de onzienlijke, de enige God, zij eer en heerlijkheid in alle eeuwigheid! Amen.
1 Timotheüs 2:5: Want er is één God
1 Timotheüs 6:13-16: Ik beveel voor God, die alle leven wekt, en voor Christus Jezus, die de goede belijdenis voor Pontius Pilatus betuigd heeft, dat gij dit gebod onbevlekt en onberispelijk handhaaft tot de verschijning van onze Here Jezus Christus, welke te zijner tijd de zalige en enige Heerser zal doen aanschouwen, de Koning der koningen en de Here der Heren, die alleen onsterfelijkheid heeft en een ontoegankelijk licht bewoont, die geen der mensen gezien heeft of zien kan. Hem zij eer en eeuwige kracht! Amen.
Zie ook: Romeinen 3:30, 1 Korinthiërs 8:6.

Gelovigen erkennen dit (door bovenstaande verzen te citeren).

1 Koningen 8:60: opdat alle volken der aarde mogen weten, dat de Here God is en niemand meer,
2 Koningen 19:14-15: Hizkia nam de brief uit de hand der gezanten en las hem. Toen ging Hizkia op naar het huis des Heren, spreidde hem uit voor het aangezicht des Heren, en bad voor het aangezicht des Heren en zeide: Here, God van Israël, die op de cherubs troont, Gij, Gij alleen zijt God over alle koninkrijken der aarde; Gij hebt de hemel en de aarde gemaakt.
Jesaja 37:16: Here der heerscharen, God van Israël, die op de cherubs troont, Gij, Gij alleen zijt God over alle koninkrijken der aarde; Gij hebt de hemel en de aarde gemaakt.
Jesaja 45:14: Zo zegt de Here: Het vermogen van Egypte en de koopwaar van Ethiopië, de Sabeeërs, die mannen van statige gestalte, zullen tot u overkomen en u toebehoren; zij zullen u volgen, in ketenen overkomen en zich voor u nederwerpen; zij zullen u smeken: Alleen bij u is God, en er is geen ander, generlei God.
Marcus 12:32: En de schriftgeleerde zeide tot Hem: Inderdaad, Meester, naar waarheid hebt Gij gezegd, dat Hij één is en dat er geen ander is dan Hij.; (Jezus vindt dit een verstandig antwoord: Marcus 12:34.)

(Nog te doen: verzen als Exodus 15:11, 1 Samuël 2:2m, 2 Samuël 7:22, Psalmen 86:8, Psalmen 86:10 in sommige vertalingen.)

Gelovigen bidden ook dat God handele opdat de wereld wete dat Hij de enige God is.

2 Koningen 19:19, Jesaja 37:20: Nu dan, Here, onze God, verlos ons uit zijn macht; dan zullen alle koninkrijken der aarde weten, dat Gij, Here, alleen God zijt.

En de wereld zal dat ook erkennen.

Zacharia 14:9: En de Here zal koning worden over de gehele aarde; te dien dage zal de Here de enige zijn, en zijn naam de enige.

Die enige God is ook één: Zijn enigheidꜛ.

Deuteronomium 6:4: Hoor, Israël: de Here is onze God; de Here is één!
Marcus 12:29: Jezus antwoordde: Het eerste is: Hoor, Israël, de Here, onze God, de Here is één,
Galaten 3:20: Een middelaar is niet (de vertegenwoordiger) van één; God echter is één.
Jakobus 2:19a: Gij gelooft, dat God een is? Daaraan doet gij wel,
Zie ook:: De eenheid der Drie-eenheid.

((Te doen.))

Een enkele keer neemt Elohimꜛ een werkwoord in het meervoud: Genesis 20:13, Genesis 35:7, 1 Samuël 17:26, Deuteronomium 5:26 (cf. Deuteronomium 5:23, 1 Samuël 17:36, 2 Samuël 7:23. Nu betekent het woord elohim eerder „machten” of „meervoudige macht” dan „goden” of „God;, dus het kan ook op engelen slaan (Genesis 35:7), of op God en Diens engelen tezamen — denk aan de „Here der heerscharen”.