Gods rechtsbestuur

Één van de vormen van Gods bestuur is het verschaffen van recht.

Psalmen 10:17-18
De begeerte der ootmoedigen hebt Gij, Here, gehoord: Gij sterkt hun hart, uw oor merkt op, om recht te doen de wees en de verdrukte, zodat nooit meer een aards sterveling schrik aanjaagt.
Psalmen 103:6
De Here doet gerechtigheid en recht aan alle verdrukten.
Psalmen 146:5-9
Welzalig hij, die de God van Jakob tot zijn hulpe heeft, wiens verwachting is op de Here, zijn God, die hemel en aarde gemaakt heeft, de zee en al wat daarin is, die trouwe houdt tot in eeuwigheid; die de verdrukten recht verschaft, die de hongerigen brood geeft. De Here maakt de gevangenen los, de Here maakt de blinden ziende, de Here richt de gebogenen op, de Here heeft de rechtvaardigen lief; de Here behoedt de vreemdelingen, wees en weduwe houdt Hij staande, maar de weg der goddelozen maakt Hij krom.

Ook dit is niet direct zichtbaar, slechts voor wie op het einde let is het duidelijk.

God is de Rechter der ganse wereld.

Psalmen 7:12
God is een rechtvaardig Rechter en een God, die te allen dage toornt.
Psalmen 9:5
Want mijn pleitzaak en mijn geding hebt Gij berecht, als rechtvaardig rechter de rechterstoel bestegen.
Psalmen 50:6
Daar verkondigt de hemel zijn gerechtigheid, want God is rechter. sela
Psalmen 68:6
Hij is de vader der wezen en de rechter der weduwen, God in zijn heilige woning;
Psalmen 75:8
maar God is rechter, Hij vernedert deze en verhoogt gene.
Jesaja 33:22
Want de HERE, onze Rechter, de HERE, onze Wetgever, de HERE, onze Koning, Hij zal ons verlossen.
(Hier wordt Gods drie-éénheid getoond: Jezus de Rechter, de Heilige Geest die ons de Wet in het hart geeft, en de Vader als Koning.)
Lukas 18:2-8a
En Hij zeide: Er was in een stad een rechter, die zich om God niet bekommerde en zich aan geen mens stoorde. En er was een weduwe in die stad, die telkens tot hem kwam en zeide: Verschaf mij recht tegenover mijn tegenpartij. En een tijdlang wilde hij niet, maar daarna sprak hij bij zichzelf: Al bekommer ik mij niet om God en al stoor ik mij aan geen mens, toch zal ik, omdat deze weduwe het mij moeilijk maakt, haar recht verschaffen; anders komt zij mij ten slotte nog in het gezicht slaan. En de Here zeide: Hoort, wat de onrechtvaardige rechter zegt. Zal God dan zijn uitverkorenen geen recht verschaffen, die dag en nacht tot Hem roepen, en laat Hij hen wachten? Ik zeg u, dat Hij hun spoedig recht zal verschaffen.

Mensen erkennen dat.

Genesis 18:25
Het zij verre van U, aldus te handelen, de rechtvaardige te doden met de goddeloze, zodat de rechtvaardige zou zijn gelijk de goddeloze; verre zij het van U; zou de Rechter der ganse aarde geen recht doen?
Richteren 11:27
Ik heb dus niets misdreven tegen u, maar gij handelt onrechtvaardig jegens mij door mij te beoorlogen. De Here, die Rechter is, richte heden tussen de Israëlieten en de Ammonieten.
Job 9:15z
mijn Rechter zou ik om genade moeten smeken.
Job 23:7
Dan zou een oprechte bij Hem pleiten, en zou ik voorgoed aan mijn Rechter ontkomen.
Jeremia 11:20
Maar, Here der heerscharen, rechtvaardige Rechter, die nieren en hart toetst, ik zal uw wraak aan hen zien, want op U heb ik mijn rechtszaak gewenteld!
Zie ook
1 Samuël 24:15.

Hij zal ook, in de Zoon, het laatste oordeel vellen.