De inhoud van het gebed

God wil gebeden worden; Hij wil dat wij bidden.

We hoeven niet bang te zijn tekort te schieten in de inhoud van ons gebed, want de Heilige Geest voegt aan onze ontoereikende woorden Zijn pleidooi toe.

Romeinen 8:26-27
En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren, maar de Geest zelf pleit voor ons met onuitsprekelijke verzuchtingen. En Hij, die de harten doorzoekt, weet de bedoeling des Geestes, dat Hij namelijk naar de wil van God voor heiligen pleit.

Daarnaast zal de Geest ons waar nodig de woorden geven (Mattheüs 10:19-20, Lukas 12:12, Lukas 21:14-15, en voorbeelden in Micha 3:8, Handelingen 4:8, Handelingen 6:9-10, mogelijk in 1 Korinthiërs 2:3-5, en voor Jezus Johannes 7:46), en zo mogen wij dan bidden in de Heilige Geest.

Efeziërs 6:18
En bidt daarbij met aanhoudend bidden en smeken bij elke gelegenheid in de Geest, daartoe wakende met alle volharding en smeking voor alle heiligen;
Judas 20-21
Maar gij, geliefden, bewaart uzelf in de liefde Gods, door uzelf op te bouwen in uw allerheiligst geloof en door te bidden in de Heilige Geest, verwachtende de ontferming van onze Here Jezus Christus ten eeuwigen leven.

Belijdenis van zonden.

Spreuken 28:13
Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn; maar wie ze belijdt en nalaat, die vindt ontferming.

Het niet belijden schaadt ons.

Psalmen 32:3-4
Want zolang ik zweeg, kwijnde mijn gebeente weg onder mijn gejammer de ganse dag; want dag en nacht drukte uw hand zwaar op mij, mijn merg verdroogde als in zomerse hitte. sela

Wel belijden kan to vergeving lijden.

Psalmen 32:5
Mijn zonde maakte ik U bekend, en mijn ongerechtigheid verheelde ik niet; ik zeide: Ik zal de Here mijn overtredingen belijden, en Gij vergaaft de schuld mijner zonden. sela