Inwendige technieken der tekstkritiek

Als één bepaalde variant v1 de oorspronkelijke is, dan moet er een reden zijn waardoor ieder van die andere varianten ontstaan is, en de variant die het beste verklaart hoe andere ontstaan zijn is de (op inwendige gronden) meest waarschijnlijke oorspronkelijke.

Zo'n andere variant kan ontstaan zijn door bewuste processen (tekstaanpassingen) of onbewuste (overschrijf­fouten).

Een simpel voorbeeld van een onbewust proces is een lees­fout. Sommige Griekse letters lijken erg op elkaar, en dus kan een overschrijver zich gemakkelijk vergissen. En omdat veel teksten gekopieerd werden op het gehoor, waarbij één persoon voorlas en vele anderen schreven, zijn er ook gehoorfouten.

Een veel voorkomende gehoorfout is het gevolg van itacisme, het feit dat men in het Grieks de gewoonte kreeg heel veel klanken als „ie” uit te spreken. En zo werden de woorden ἡμεις (hèmeis — wij) en ὑμεις (humeis — jullie) op een gegeven moment allebei als „hiemeis” uitgesproken. De gevolgen voor op het gehoor gekopieerde manuscripten laten zich raden.

Een ander voorbeeld van een inwendige techniek is het verzamelen en klassificeren van overschrijffouten, zoals haplografie (het weglaten van een woord of stukje dat tweemaal achtereen voorkomt), dittografie (het omgekeerde, als een kopiïst een al gekopieerde regel nogmaals schreef), of substitutie (waarbij de schrijver de tekst vervangt door een andere).

Een speciaal geval van substitutie is contaminatie of besmetting, waar de overschrijver de tekst vervangt door een bekende die er erg op lijkt, meestal uit het geheugen (een monnik moest ruim een derde van het Nieuwe Testament uit het hoofd kennen).

Één vorm van contaminatie is uit de liturgie. Zo hadden de vroege kloosters een gezongen gebed, waarin het Onze Vader voorkwam, gevolgd door „Want Uwer is het Koninkrijk en de kracht en de heerlijkheid in der eeuwigheid. Amen.” Welnu, kopiïsten die op de automatische piloot aan het overschrijven waren wilden nog wel eens uit het hoofd verder schrijven als ze bij Mattheüs 6:9-13 waren, met als gevolg dat die woorden in sommige handschriften terecht kwamen. Later werden andere handschriften gecorrigeerd aan de hand van zulke „besmette” gecorrigeerd, en daar de corrector meende dat er een stukje ontbrak in die andere handschriften werden die woorden dan daaraan toegevoegd, totdat in de late Middeleeuwen bijna al de manuscripten besmet waren. In vroege handschriften ontbreken die woorden echter.

De verzen Marcus 9:44 en Marcus 9:46 komen mogelijk van een antifoon: steeds als de voorganger een vers (43, 45, 47) gezongen had, antwoordden alle monniken met vers Marcus 9:48. En later bij het kopiëren werd die regel dan ook door sommigen steeds ingevoegd.

Tekst­aanpassingen.

Een voorbeeld van een bewust proces is het principe „lectio difficilior potior”, dat stelt dat van twee lezingen degene die de meeste problemen oplevert waarschijnlijk de oorspronkelijke is. Overschrijvers hadden namelijk nogal eens de gewoonte de tekst te „corrigeren”, vlotter en begrijpelijker te maken. Niet altijd was dit werkelijk bewust: vaak gebeurde dit eerst door een glosse in de kantlijn. Er waren speciale tekentjes (asterisci et obeli) om aan te geven of het om een uitleg of om een vergeten vers ging, maar latere overschrijvers wilden die wel eens dooreen halen. Op die manier is bijvoorbeeld Mattheüs 12:47 toegevoegd: waarschijnlijk eerst als uitleg van het woord „antwoordde” in vers 48, en later in de tekst zelf gevoegd. Ook een vers als Marcus 11:26 kan heel goed als glosse begonnen zijn. Een ander voorbeeld is het vervangen van ου, ‚niet’, door ουπω, ‚nog niet’, in Johannes 7:8, of het toevoegen van ‚uw’ in Efeziërs 5:25a, „Mannen, hebt de vrouwen lief”.

Duidelijk bewust zijn ook de vrouwvijandige aanpassingen, waar bijvoorbeeld de mannen eerst worden genoemd in Handelingen 17:12.

De inwendige techniek onderscheidt intrinsieke en kopieertechnische waarschijnlijkheid. Een variant is intrinsiek waarschijnlijk als zij weergeeft:

Een variant is kopieertechnisch waarschijnlijk als zij verklaarbaar is uit: