uitwendige techniekenꜛ der tekstkritiek
Kort gezegd zijn de belangrijkste vragen van de uitwendige techniek: komt de onderzochte variant voor in
- veel manuscripten;
- verschillende manuscriptfamilies;
- oude manuscripten;
- manuscripten die getrouw de oudste tekstvorm weergeven.
Één uitwendige techniek is de genealogische methodeꜛ, die probeert de manuscripten in handschriftfamiliesꜛ onder te brengen: als handschriftꜛ B overgeschreven is van A, mag men aannemen dat een eventuele variant v die in A voorkomt ook in B zal voorkomen, en dan is B dus geen onafhankelijke getuige voor v. Kijkend naar het totale getuigenis der handschriften, en naar de geschiedkundige gegevens die wij hebben, lijkt het erop alsof onder Constantijn de Groteꜛ een soort „standaardtekst”ꜛ is vastgesteld, de zogeheten Byzantijnse tekstꜛ, waarin alle varianten die bekend waren opduiken. Staat er dus in het ene oude handschrift „Jezus” en in het andere „Christus”, dan zal de Byzantijnse tekst „Jezus Christus” of „Christus Jezus” hebben. Deze Byzantijnse tekst nu is zeer vaak gekopiëerd, en verreweg de meeste handschriften zijn van dat type. Als men dus domweg de getuigen voor iedere variant zou tellen zou de Byzantijnse variant altijd winnen, maar vanwege de genealogie zal een klein aantal teksten die niet beïnvloed zijn door de Byzantijnse traditie in werkelijkheid een even zwaar gewicht in de schaal kunnen leggen, zeker als die teksten uit verschillende families stammen.
Een complicerende factor hierbij is correctieꜛ: veel manuscripten zijn overgeschreven van de ene tekst, en vervolgens (soms meermalen) door een correctorꜛ gecorrigeerd aan de hand van een ander handschrift. Daardoor lopen die families door elkaar, want degene die zo'n gecorrigeerd handschrift weer overschrijft kopieert varianten die uit twee of meer bronnen komen. Het is net als bij mensen, waarbij de kinderen eigenschappen hebben van zowel de vader als de moeder. Daarom is de techniek verfijnd tot wat nu de lokaal genealogische methodeꜛ heet, waarbij wordt erkend dat binnen een handschrift ieder stukje tekst een eigen geschiedenis kan hebben, net zoals de bruine ogen van een kind van vaderszijde, maar de wipneus van moederszijde kan komen.
Een andere uitwendige techniek is de geografische. Als variant v1 enkel in bijvoorbeeld Griekenland wordt aangetroffen, maar v2 al heel vroeg in het hele Romeinse Rijk opduikt, dan is v2 volgens dit criterium waarschijnlijk de oorspronkelijke, en in v1 ontstaan door een kopieerfout in Griekenland. Omdat de meeste vroege handschriften papyri uit Egypte zijn (alleen daar bleven ze, door het droge klimaat, bewaard), zijn de versies voor dit criterium van groot belang: een variant die in de Oud-Syrische vertaling voorkomt moet in Syrië zijn voorgekomen toen die vertaling daar gemaakt werd. Gelukkig voor ons doel zijn de vertalingen naderhand zelden gecorrigeerd aan de hand van de grondtekst. Een andere belangrijke bron van informatie zijn de vroege commentaren: een variant die daarin besproken wordt moet aan de auteur van dat commentaarꜛ bekend zijn geweest.
((Te doen.))
Constantijn leunde naar het Arianisme — hij liet zich op zijn sterfbed ook door een bisschop met Ariaanse sympathieën dopen —, maar was te goed politicus om niet de Athanasiaanse visie te laten winnen toen duidelijk was dat dat voor de eenheid van zijn rijk beter was. In de standaardtekst, die hij in dure uitvoering naar allerlei gebieden stuurde, schijnen verschillende Ariaanse varianten te hebben gestaan, zoals:
- Johannes 14:14
- Indien gij
Mij iets vraagt in mijn naam, Ik zal het doen.- Het schrappen van „Mij” maakt het mogelijk te ontkennen dat men tot Jezus moet bidden.
- Filippenzen 2:9
- Daarom heeft God Hem ook uitermate verhoogd, en Hem
deeen naam boven alle naam geschonken,- Het schrappen van het bepaald lidwoord maakt de uitdrukking onbepaald, zodat die niet meer noodzakelijk verwijst naar het tetragrammatonꜛ.
- Titus 3:4
- Maar toen de goedertierenheid en mensenliefde van onze Heiland en God verscheen
- Het invoegen van „en” scheidt maakt het (netaan) mogelijk de Heiland als een ander dan God te lezen.
- Judas 5m
- dat
Jezusde Here een volk uit het land Egypte verlost heeft- „Kurios” (Heer) in plaats van „Iesous” (Jezus, of eventueel Jozua).