De stijlfiguur der Ironieꜛ
Ironie is het omgekeerde zeggen van wat men bedoelt — vaak uit spot.
- 2 Samuël 6:20
- Toen David terugkeerde om zijn gezin te begroeten, ging Mikal, de dochter van Saul, David tegemoet, en zeide: Wat een eer heeft de koning van Israël zich thans verworven, dat hij zich heden ontbloot heeft ten aanschouwen van de slavinnen zijner dienaren, zoals een lichtzinnig man zich schaamteloos ontbloot!
- Job 12:2
- Waarlijk, gij zijt nog eens mensen: met u zal de wijsheid uitsterven.
Één vorm van ironie is de spottende overdrijving.
Zie ook 1 Koningen 22:15, Amos 4:4, Marcus 2:17a.
Voor de kruisiging.
- Mattheüs 27:29
- Marcus 15:17-19
- Lukas 23:11
- Johannes 19:2-3
- Zie ook
- Mattheüs 27:37, Marcus 15:26, Lukas 23:38, Johannes 19:15, Johannes 19:19, waar het „koning” ironisch bedoeld kan zijn.