De drie Goddelijke Personen van vrede

Alledrie de Personen verschaffen die vrede, (maar niet alledrie behoeven noodzakelijk steeds genoemd te worden).

Romeinen 1:7: aan alle geliefden Gods, geroepen heiligen, die te Rome zijn: genade zij u en vrede van (1) God, onze Vader, en van (2) de Here Jezus Christus.
Romeinen 14:17: Want het Koninkrijk Gods bestaat niet in eten en drinken, maar in rechtvaardigheid, vrede en blijdschap, door (3) de Heilige Geest.
1 Korinthiërs 1:1-3: Paulus, een geroepen apostel van Christus Jezus door de wil van God, en Sostenes, de broeder, aan de gemeente Gods te Korinte, aan de geheiligden in Christus Jezus, de geroepen heiligen met allen, die allerwege de naam van onze Here Jezus Christus aanroepen, hun en onze [Here]: genade zij u en vrede van (1) God, onze Vader, en van (2) de Here Jezus Christus.
2 Korinthiërs 1:1-2: Paulus, door de wil van God een apostel van Christus Jezus, en Timoteus, de broeder, aan de gemeente Gods, die te Korinte is, met al de heiligen in geheel Achaje: genade zij u en vrede van (1) God, onze Vader, en van (2) de Here Jezus Christus.
Galaten 1:1-3: Paulus, een apostel, niet vanwege mensen, noch door een mens, maar door Jezus Christus, en God, de Vader, die Hem opgewekt heeft uit de doden, en al de broeders, die bij mij zijn, aan de gemeenten van Galatië: genade zij u en vrede van (1) God, onze Vader, en van de Here Jezus Christus,
Galaten 5:22: Maar de vrucht van (3) de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing.
Efeziërs 1:1-2: Paulus, door de wil van God een apostel van Christus Jezus, aan de heiligen en gelovigen in Christus Jezus, die te Efeze zijn; genade zij u en vrede van (1) God, onze Vader, en van (2) de Here Jezus Christus.
Efeziërs 6:23: Vrede zij de broeders en liefde met geloof, van (1) God, de Vader, en van (2) de Here Jezus Christus.
Filippenzen 1:1-2: Paulus en Timoteus, dienstknechten van Christus Jezus, aan al de heiligen in Christus Jezus, die te Filippi zijn, tezamen met hun opzieners en diakenen; genade zij u en vrede van (1) God, onze Vader, en van (2) de Here Jezus Christus.
Kolossenzen 1:1-2: Paulus, door de wil van God een apostel van Christus Jezus, en Timoteus onze broeder, aan de heilige en gelovige broeders in Christus te Kolosse: genade en vrede zij u van (1) God, onze Vader.
2 Thessalonicenzen 1:1-2: Paulus, Silvanus en Timoteus aan de gemeente der Tessalonicenzen in God, onze Vader, en de Here Jezus Christus: genade zij u en vrede van (1) God, de Vader, en van (2) de Here Jezus Christus.
1 Timotheüs 1:1-2: Paulus, een apostel van Christus Jezus naar de opdracht van God, onze Heiland, en van Christus Jezus, onze hoop, aan Timoteus, mijn waar kind in het geloof: genade, barmhartigheid en vrede zij u van (1) God, de Vader, en van (2) Christus Jezus, onze Here.
2 Timotheüs 1:1-2: Paulus, een apostel van Christus Jezus door de wil Gods naar de belofte des levens in Christus Jezus, aan Timoteus, mijn geliefd kind: genade, barmhartigheid en vrede zij u van (1) God, de Vader, en van (2) Christus Jezus, onze Here.
Titus 1:1-4: Paulus, een dienstknecht van God, een apostel van Jezus Christus, naar het geloof der uitverkorenen Gods en de erkentenis van de waarheid, die naar de godsvrucht is, in de hoop des eeuwigen levens, dat God, die niet liegt, voor eeuwige tijden beloofd heeft, terwijl Hij te zijner tijd zijn woord heeft openbaar gemaakt in de verkondiging, die mij is toevertrouwd in opdracht van God, onze Heiland: aan Titus, mijn waar kind krachtens [ons] gemeenschappelijk geloof: genade zij u en vrede van (1) God, de Vader, en van (2) Christus Jezus, onze Heiland.
Filemon 1-3: Paulus, een gevangene van Christus Jezus, en Timoteus, de broeder, aan de geliefde Filemon, onze medearbeider, aan Apfia, de zuster, aan Archippus, onze medestrijder, en aan de gemeente te uwen huize: genade zij u en vrede van (1) God, onze Vader, en van (2) de Here Jezus Christus.
2 Johannes 1-3: De oudste aan de uitverkoren vrouw en haar kinderen, die ik in waarheid liefheb, en niet alleen ik maar ook allen, die de waarheid hebben leren kennen, om der waarheid wil, die in ons blijft en met ons zijn zal tot in eeuwigheid: genade, barmhartigheid en vrede zal met ons zijn van (1) God, de Vader, en van (2) Jezus Christus, de Zoon des Vaders, in waarheid en liefde.
Openbaring 1:4-5a: Johannes aan de zeven gemeenten in Asia: genade zij u en vrede van (1) Hem, die is en die was en die komt, en van (3) de zeven geesten, die voor zijn troon zijn, en van (2) Jezus Christus, de getrouwe getuige, de eerstgeborene der doden en de overste van de koningen der aarde.