2 Thessalonicenzen

2 Thessalonicenzen 1:1-2: De Drieëenheid van vrede; Κυριος
2 Thessalonicenzen 1:3-8: Doel van het lijden
2 Thessalonicenzen 1:3: De geest van liefde
2 Thessalonicenzen 1:7-8: Κυριος
2 Thessalonicenzen 1:9-10: De eeuwige hellestraf; Eschatologie
2 Thessalonicenzen 1:9: Het oordeel; Απωλεια; Κυριος
2 Thessalonicenzen 1:12: Jezus is God; Jezus' ονομα; Κυριος
2 Thessalonicenzen 2:1: Ερωταω; Κυριος
2 Thessalonicenzen 2:2: Paulus; Δια
2 Thessalonicenzen 2:3-4: Eschatologie
2 Thessalonicenzen 2:3: Απωλεια
2 Thessalonicenzen 2:4: Σεβομαι
2 Thessalonicenzen 2:8: Eschatologie; Κυριος
2 Thessalonicenzen 2:9-12: Handelingsvrijheid; Verstokken
2 Thessalonicenzen 2:11-12: Valse geesten
2 Thessalonicenzen 2:11: Δια
2 Thessalonicenzen 2:13: Κυριος
2 Thessalonicenzen 2:14-15: Δια
2 Thessalonicenzen 2:14: Heil door Jezus; Κυριος
2 Thessalonicenzen 2:16-17: Geloof tot hoop
2 Thessalonicenzen 2:16: Rechtvaardiging uit genade; Κυριος; Παρακλητος
2 Thessalonicenzen 2:17: Goede werken
2 Thessalonicenzen 3:1-3: Gods trouw
2 Thessalonicenzen 3:1: Κυριος
2 Thessalonicenzen 3:3-5: Κυριος
2 Thessalonicenzen 3:6-12: Voorgangers en navolgers
2 Thessalonicenzen 3:6: Jezus' ονομα; Κυριος
2 Thessalonicenzen 3:7-9: Voorgangers en navolgers
2 Thessalonicenzen 3:9: Commentaar op 1 Korinthiërs
2 Thessalonicenzen 3:11-12: De opzieners
2 Thessalonicenzen 3:11z: Paranomasia
2 Thessalonicenzen 3:12: Δια; Κυριος
2 Thessalonicenzen 3:13: Christelijke goedheid
2 Thessalonicenzen 3:14: Δια
2 Thessalonicenzen 3:15: Ἡγεομαι
2 Thessalonicenzen 3:16: Δια; Κυριος
2 Thessalonicenzen 3:16a: De God van vrede
2 Thessalonicenzen 3:17: Paulus
2 Thessalonicenzen 3:18: Κυριος