Geestenꜛ
Dit onderwerp is nog niet uitgewerkt.
De „veldgeest”ꜛ is wellicht helemaal geen geest, maar gewoon een dier dat in desolate streken woont.
- Jesaja 13:19-22a
- En Babel, het sieraad der koninkrijken, de trotse luister der Chaldeeën, zal worden als Sodom en Gomorra, toen God ze onderstboven keerde; het zal in eeuwigheid niet meer bewoond worden, noch bevolkt zijn van geslacht tot geslacht; geen Arabier zal daar zijn tent opslaan, geen herders zullen daar legeren; maar hyena's zullen er legeren en hun huizen zullen vol uilen zijn; struisvogels zullen daar wonen en veldgeesten daar rondhuppelen, wilde honden zullen huilen in de burchten en jakhalzen in de paleizen van wellust.
- Jesaja 34:14
- Hyena's treffen daar wilde honden aan, veldgeesten ontmoeten elkander; ja, daar zal het nachtspook verwijlen en een rustplaats voor zich vinden.
- (Dit nachtspook is Lilithꜛ, mogelijk een nachtdier.)
Geesten hebben persoonlijkheid; zo hebben zij kennis, emoties en een wil.
- Mattheüs 8:31
- De boze geesten smeekten Hem en zeiden: Indien Gij ons uitdrijft, laat ons dan in de kudde zwijnen varen.
- Marcus 1:34
- En Hij genas velen, die ernstig ongesteld waren door allerlei ziekten, en vele boze geesten dreef Hij uit en Hij liet de geesten niet toe te spreken, omdat zij Hem kenden.
- Marcus 3:11
- En de onreine geesten wierpen zich voor Hem neder, telkens als zij Hem zagen, en zij schreeuwden, zeggende: Gij zijt de Zoon van God.
- Lukas 4:41
- Van velen voeren ook boze geesten uit, roepende en zeggende: Gij zijt de Zoon van God. En Hij bestrafte hen en liet hun niet toe te spreken, omdat zij wisten, dat Hij de Christus was.
- Jakobus 2:19
- Gij gelooft, dat God een is? Daaraan doet gij wel, (maar) dat geloven de boze geesten ook en zij sidderen.
Geesten zijn deelbaar (vergelijk de eveneens deelbare Heilige Geest en de deelbare menselijke geest).
- Marcus 5:9
- En Hij vroeg hem: Hoe is uw naam? En hij zeide tot Hem: Mijn naam is legioen, want wij zijn talrijk.
- Zie ook
- Lukas 8:30.
Omgekeerd kan één geest zich verdelen over verschillende lichamen.
- Ezechiël 1:20-21
- Waarheen de geest wilde gaan, gingen zij; waarheen de geest wilde gaan; en de raderen verhieven zich tegelijk met hen; want de geest der wezens was ook in de raderen. Als genen gingen, gingen dezen; als genen stilstonden, stonden dezen stil; als genen zich van de grond verhieven, verhieven zich de raderen tegelijk met hen, want de geest der wezens was ook in de raderen.
- Ezechiël 10:17
- Als genen stilstonden, stonden dezen stil; als genen zich verhieven, verhieven zich dezen met hen, want zij hadden de geest van de wezens in zich.
In het geval van de gemeente is er dan ook één geestelijk lichaam met één ziel.
- 1 Korinthiërs 6:17
- Maar die zich aan de Here hecht, is één geest (met Hem).
- 1 Korinthiërs 12:13
- want door één Geest zijn wij allen tot één lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met één Geest gedrenkt.
- Efeziërs 2:18
- want door Hem hebben wij beiden in één Geest de toegang tot de Vader.
- Efeziërs 4:4
- één lichaam en één Geest, gelijk gij ook geroepen zijt in de ene hoop uwer roeping,
- Filippenzen 1:27
- Alleen, gedraagt u waardig het evangelie van Christus, opdat, hetzij ik kom en u zie, hetzij ik afwezig blijf, ik van u moge horen, dat gij vaststaat in één geest, één van ziel medestrijdende voor het geloof aan het evangelie,