Existentie

Wat de wetenschap doet is tertiair denken, objectief denken in een relatie die als „ik-het” kan worden weergegeven. Ik als onderzoeker beschouw een object in een poging dat object te beschrijven. Dat object kan een andere mens zijn, zoals in de psychologie, maar ook dan wordt die andere mens gereduceerd tot object: zo kan ik bijvoorbeeld onderzoek doen naar denkfouten bij mensen, of naar gezichtsbedrog.

(Om te weten hoe het is tot object gereduceerd te worden hoef ik maar te luisteren naar twee mensen die het in mijn bijzijn over me hebben, en me met „hij” aanduiden. Daarom is dat ook zo'n grote fout tegen de beleefdheid — net zoals iemand aanwijzen met de vinger.)

Kenmerkend voor tertiair denken is de fictie van de soevereine geest: bij het beschouwen van het andere doen we alsof we zelf onfeilbaar zijn en buiten de wereld staan. Zo nodig nemen we maatregelen om onszelf van de wereld te isoleren, door dubbel-blindexperimenten, door sterilisatiemaatregelen, door observatiespiegels‥

((Uitwerken.

Deze laatste conclusie proberen atheïstische existentialisten tevergeefs te ontlopen. Karl Jaspers en Martin Heidegger komen tot het erkennen van respectievelijk het Transcendente en het Zijn, en Gabriel Marcel omarmt de conclusie volkomen.

Jean-Paul Sartre
Sartre claimt dat iedere existentiële keuze ook een wet is: ik handel zo omdat men zo moet handelen in deze situatie. Daarmee erkent hij zonder het te willen een bovenmenselijke wetsbron.
Albert Camus
Camus ziet in de worsteling om existentie de manier om niet onder te gaan in de absurditeit van het bestaan. Hij heeft echter geen argument waarom die worsteling zelf niet evenzeer absurd zou zijn.

))

We begonnen met primair denken toen we tot het bestaan van „ik” besloten, en hebben het bestaan van de wereld als niet ontwijfelbare voorkennis ontdekt. Materialistisch tertiair denken neemt die wereld (ten onrechte) als basis, en probeert het ik vandaaruit te beschouwen.

Humes empirisme deed hem vaak zijn primair besef verliezen — hij zag zichzelf dan tertiair, lichamelijk als ding, of geestelijk als bundel gedachten. Hij werd pas weer iemand (in plaats van iets) door te wandelen, of te eten en triktrak te spelen met vrienden — door primair te leven derhalve.

Bekende primaire zaken waar wetenschap en logica op vastlopen zijn bewustzijn, vrijheid, en morele verplichting. De, voor het eerst door George Edward Moore beschreven, naturalistische drogreden is het gelijkstellen van primaire en tertiaire zaken: „bewustzijn is de aanwezigheid van een representatie in de global workspace”, „blijdschap is een bepaalde functionele structuur in de hersenen”, „het goede is het bevorderen van het welbevinden van bewust leven”