Isolatie

Hoewel in het universum alles met alles samenhangt, is het ons in veel gevallen toch mogelijk systemen in isolatie te beschouwen. Deze isoleerbaarheid heeft vele oorzaken, waarvan we er hier enkele beschouwen.

Waarschijnlijkheidsrekening
Statistiek berust op de empirische wetten der grote aantallen, en die hebben een voor organisatie bijzonder gunstige vorm. Complexe systemen hebben daardoor vaak eigenschappen die onafhankelijk van het onderliggende niveau bestaan. De mechanica van biljartballen is onafhankelijk van de beweging van de atomen in iedere bal; in de gasdrukwetten komen moleculen niet voor. Voetbaltraining kan zonder aan celstructuren te denken en water koken zonder electronbanen te berekenen.
Dit verschijnsel maakt ook dat de natuur voor ons leerbaar is, want wetten bestaan op een niveau dat we kunnen waarnemen. Ook is de wereld beheersbaar, want een paar ziekenhuizen kunnen een grote bevolking bedienen doordat die bevolking in het algemeen verspreid ziek wordt. ((Beter voorbeeld kiezen. Het quasi-ergodisch theorema))
Spatiële lokaliteit
De invloed van objecten neemt in het algemeen af met de afstand.
Temporele lokaliteit
Invloeden nemen af in de tijd. Dit is niet gewoon de spatiële lokaliteit langs een andere dimensie, want invloed strekt zich niet uit tot het verleden.
Drempel­waarden
Sommige invloeden doen zich pas gelden als ze een bepaalde minimumintensiteit overschrijden.
Stabilisatie
Negatieve terugkoppeling maakt dat vele systemen relatief ongevoelig zijn voor veranderingen in hun omgeving. Een eenvoudig voorbeeld is een buffer die de zuurgraad min of meer constant houdt. Leven zou onmogelijk zijn zonder stabilisatie.
Electrische afscherming
Binnen een Faraday­kooi heeft van buiten komend electromagnetisme geen wezenlijk effect.

Isoleerbaarheid maakt het bestaan van structuren met duurzame identiteit mogelijk, en dat op zijn beurt maakt leren weer mogelijk. Verder maakt het experimenten, en het uitsluiten van verstorende invloeden daarbij, mogelijk.