Versterkende overdrijving in profetie

Ook in profetie kan versterkende overdrijving voorkomen.

Jeremia 24:9
Ik zal hen overgeven ter mishandeling, ten verderve, aan alle koninkrijken der aarde, tot een smaad en een spreekwoord, tot spot en vloek op alle plaatsen waarheen Ik hen zal verstrooien.
(In typologische zin kan dit eventueel in de diaspora bewaarheid geworden zijn.)
Jeremia 25:9a
zie, Ik laat alle geslachten van het Noorden komen,
Zefanja 3:8z
want door het vuur van mijn naijver zal de ganse aarde verteerd worden.
(Maar in Zefanja 3:9 blijken de volken daarna nog te bestaan. Zie ook Zefanja 1:2-3, Zefanja 1:18z.)
Mattheüs 24:2z
Voorwaar, Ik zeg u, er zal hier geen steen op de andere gelaten worden, die niet zal worden weggebroken.
Marcus 13:2z
Er zal geen steen op de andere gelaten worden, die niet zal worden weggebroken.
Lukas 19:44z
en zij zullen in u geen steen op de andere laten, omdat gij de tijd niet hebt opgemerkt, dat God naar u omzag.
Lukas 21:6
Wat gij daar aanschouwt; er zullen dagen komen, waarin geen steen op de andere zal gelaten worden, die niet zal worden weggebroken.