De ziel als zetel van ootmoed

Een cursief wederkerend voornaamwoord staat voor het corresponderende bezittelijke voornaamwoord + „zielen” in de grondtekst, dus u staat voor „uw zielen”, enzovoort.

Leviticus 16:29
Dit zal u tot een altoosdurende inzetting zijn: in de zevende maand op de tiende der maand zult gij u verootmoedigen en generlei werk doen, zomin de geboren Israëliet als de vreemdeling, die in uw midden vertoeft.
Leviticus 16:31
Het zal u een volkomen sabbat zijn en gij zult u verootmoedigen, het is een altoosdurende inzetting.
Leviticus 23:27
Maar op de tiende van die zevende maand is de Verzoendag; een heilige samenkomst zult gij hebben en gij zult u verootmoedigen en de Here een vuuroffer brengen.
Leviticus 23:32a
Het zal u een volkomen sabbat zijn en gij zult u verootmoedigen.
Numeri 29:7
Op de tiende dag dezer zevende maand zult gij een heilige samenkomst hebben en u verootmoedigen, gij zult generlei arbeid verrichten.
Numeri 30:13
Elke gelofte en elke verplichting onder ede om zichzelf te verootmoedigen, zal haar man kunnen bekrachtigen en haar man zal ze ongeldig kunnen maken.
Psalmen 35:13z
ik verootmoedigde mij met vasten, en mijn gebed keerde in mijn boezem weder;
Jesaja 58:3a
Waarom vasten wij, als Gij er toch niet op let: verootmoedigen wij ons, als Gij er toch geen acht op slaat?
Jesaja 58:5a
Zou dit het vasten zijn, dat Ik verkies, een dag, waarop de mens zichzelf verootmoedigt: dat hij zijn hoofd laat hangen als een bieze en zich rouwgewaad en as tot een leger spreidt?