Inhoudelijk posterieure begrippen

Hier is posterioriteit dikwijls moeilijker te bewijzen. Het betreft begrippen die toevallig bestaan door de manier waarop de wereld is.

Schepsel
Het geschapene is posterieur aan de schepper ervan. X schept Y betekent „Als je X hebt kun je Y krijgen”. Zelfschepping, X schept X, is dus onmogelijk.
Onwaar geloof
Vals geloof is posterieur aan waar geloof, want waar geloof is nodig voor betekenis. Mijn geloof dat steenkool wit is kan enkel onwaar zijn als ik terecht geloof dat wit niet de kleur van de duisternis is — anders is niet mijn geloof onwaar, maar heb ik enkel een afwijkend taal­gebruik (of mentaal-­symboolgebruik — overtuigingen behoeven niet talig te zijn).
Vernietiging
Zonder schepping is er niets te vernietigen.
Afkeer
Dat betekent: iets anders te prefereren. Totale afkeer heeft geen betekenis; wie trappen van afkeer onderscheidt kent toeneiging tot de minst gehate zaken (al was het maar dood, het niets, eenzaamheid).
Haat
Ook hier gaat het om een niet-logische posterioriteit: totale haat, inclusief zelfhaat, is betekenisloos, want wat zou men het voorwerp van die haat aan willen doen dat dat voorwerp zelf niet wil dat het aangedaan wordt?
((Een ander pijn willen doen is alleen sadisme, haat, als die ander pijn wil ontlopen, i.e.zichzelf liefheeft.
Masochist: „Sla mij!”
Sadist: „Neen!”
Onder totaal masochisme, als iedereen pijn wil lijden, is pijn niet negatief, en het willen pijnigen geen teken van haat — maar wat als men wel pijn wil, maar enkel zelf-aangedaan? Zie ook „Tête de Méduse” van Boris Vian. Het woord „pijn” is hier verwarrend, en een zinloze complicatie. Het gaat om willen dat de wil van een ander niet geschiedt. Daarmee worden de paradoxen gereduceerd tot logische: als iemand wil dat zijn wil niet geschiedt, en dergelijke. „Breng mij morgen spontaan bloemen!” De paradox van de onverwachte executie.))
Verdriet
Posterieur aan vreugde.
Wetenschap
Wetenschap is posterieur aan ethiek: wetenschap berust op de plicht de waarheid te dienen.
Albert Einstein: „You are right in speaking of the moral foundations of science; but you cannot turn it around and speak of the scientific foundations of morality.”

Vrijheid is prieur aan systeem, dat weer prieur is aan determinisme, want existentieel primair denken is prieur aan tertiair denken.

Tegenwerping (Wilsvrijheid een keuze):
Veel mensen leven niet authentiek, die laten zich leven. Zulke mensen hebben geen vrije wil. Anderen kiezen ervoor wel authentiek te leven, en nemen vrije beslissingen.
Antwoord:
Het is waar dat veel mensen zich laten leiden door sleur, gewoonten, regels, tradities, noem maar op — maar ook dat is een vrije keuze. Als wilsvrijheid het resultaat van een keuze zou zijn zou die keuze zelf dus niet vrij zijn. Sommigen zouden dan gedetermineerd zijn tot onvrijheid, anderen tot vrijheid. Er lijkt geen reden een zo vreemd wereldbeeld aan te nemen.
Anderzijds is het zonder meer mogelijk dat er wijsgerige zombies bestaan, zonder bewustzijn of vrijheid, maar tertiair niet te onderscheiden van bewuste (en vrije) mensen. (Door die tertiaire ononderscheidbaarheid is het zedelijk verkeerd mensen te doden — maar een wezen dat het onderscheid wel zou kunnen maken zou niet noodzakelijk slecht handelen als het zulke zombies dingen aan zou doen die bewuste mensen nooit aangedaan mogen worden.)

((Toevoegen: fysieke posterioriteit. Beweging is posterieur aan veelheid, want beweging vergt een (niet-bewegend) referentiekader or -punt.))