Vormen

Welke voorkennis biedt die kengrond ons? Bij de nu volgende inventarisatie wordt ik steeds voor de keuze gesteld. Daarbij blijft de vraag steeds dezelfde: hoe is de werkelijkheid, en hoe kan het dat ik vertrouwen heb in mijn overtuiging dat de werkelijkheid zó is. Ik kan immers pas terecht beweren dat de werkelijkheid zo en zo is als ik een evenzeer terecht vertrouwen in mijn overtuiging heb.

Er zit een volgorde in deze kennisvormen: pas wie de wereld en de tijd kent kan causaliteit kennen, en slechts wie die drie kent kan andere geesten kennen. Pas wie de werkelijkheid erkent kan waarden erkennen.

„Note that I am not postulating a ‘God of the gaps’, a god merely to explain the things that science has not yet explained. I am postulating a God to explain why science explains; I do not deny that science explains, but I postulate God to explain why science explains. The very success of science in showing us how deeply ordered the natural world is provides strong grounds for believing that there is an even deeper cause for that order.” — Richard Swinburne, „Is there a God?”.

((Te doen.))

Misschien per waarheid de onbewijsbaarheid van die waarheid toevoegen.

Vrijheid. Voorkennis leert ons wilsvrijheid; oppervlakkige nakennis determinisme. Immanent is vrijheid onverklaarbaar.