Ontkennen

Als we wel nadenken hoeven we de aanklacht nog niet te aanvaarden: we kunnen haar ook verwerpen.

Om onze schuld te ontkennen moeten we ofwel onze daden, ofwel de wet ontkennen. Als het om een paar geïsoleerde daden in het verleden gaat kunnen we onszelf misschien nog wel wijsmaken dat die nooit plaats hebben gevonden, of dat onze bedoeling goed was, maar zeker als het gaat om dingen die we misschien weer opnieuw willen doen, of die onweerlegbaar gebeurd zijn, is het gemakkelijker het bestaan van die absolute wet te ontkennen. Dan komen we dus bij een relatieve ethiek, waarover we het hierboven al even hadden.

Overigens is het belangrijk schuldbesef en schaamtegevoelens te scheiden. Schaamte voelt men jegens iemand, bijvoorbeeld jegens degene die ons betrapt. Schuldbesef is de wetenschap in absolute zin tekort te schieten, en het zich realiseren hoe erg dat is.

Vaak kan men het verschil vinden door een gedachtenexperiment: als je intenstief fantaseert dat die ander niet weet wat je gedaan hebt, voel je je dan — in die fantasie — nog steeds zo? Soms werkt dit experiment echter niet, omdat je ook schaamte jegens jezelf of jegens God kan voelen, en je je niet gemakkelijk kunt voorstellen dat je zelf of God niet zou weten wat je gedaan hebt.

Even op een zijspoor: het ontkennen van die wet lijdt tot afstomping — immers, als men zichzelf overtuigd heeft dat die wet er niet is, en dus dat handelen niet slecht is, zal men het gemakkelijk weer doen. Dat is de toestand waarin slavenhandelaren, Jodenvergassers en aborteurs leven.

Tegenwerping (Slechtere anderen)
Ik ben inderdaad niet perfect, maar wel beter dan anderen — niet dan alle anderen natuurlijk, maar er zijn heel wat anderen slechter dan ik, vergeleken met wie ik een heilige ben.
Antwoord:
(In de praktijk is dit wellicht een tussenvorm tussen verdringen en ontkennen: als je de aandacht vestigt op anderen hoef je niet na te denken over je eigen schuld.) In feite stel je dan dat de eis is beter dan gemiddeld te zijn, hetgeen natuurlijk niet iedereen kan. En verder is de ander alleen wezenlijk slechter dan ik ben als het toppunt van goedheid niet zo heel ver boven mijn eigen niveau ligt, en wie leert inzien hoe goed „totaal goed” wel niet is gelooft dat niet meer: als mijn slechtheid 9,9998 is en die van een ander 9,9999 ben ik met 0,0002 wel twee keer zo goed als hij met 0,0001, maar zijn we toch nagenoeg even slecht.
Tegenwerping (Schuldbesef cultureel bepaald)
Schuldbesef is niet absoluut, want er zijn mensen die het niet hebben, en zelfs hele culturen, zoals in Oost-Azië, waar het niet bestaat.
Antwoord:
Inderdaad zijn er zogeheten schaamteculturen, waar de notie schuld nauwelijks een rol speelt, maar schaamte (gezichtsverlies) des te meer. Schuld wordt verstopt achter schaamte, en door het ontbreken van terminologie of onderricht omtrent schuld is het voor veel mensen een niet expliciet herkend besef. Het is echter onjuist te stellen dat in een schaamtecultuur het schuldbesef niet bestaat. Juist in China en Zuid-Korea zien we het Christendom aanslaan, omdat het een mogelijkheid biedt om te gaan met het — cultureel niet erkende, maar wel degelijk aanwezige — schuldgevoel.

((Te doen: anderen verwijten en beschuldigen; rationaliseren.))