Lyciëꜛ
De landstreek Lycië bestrijkt het meest westelijke deel van de zuidkust van Klein-Azië, het huidige Turkije. Twee Lycische steden worden in de Bijbel genoemd: Pataraꜛ en Myraꜛ, beide als overstapplaatsen voor Paulusꜛ en consorten.
Patara (in de periode 1990-2005 opgegraven):
- Handelingen 21:1-2
- En het geschiedde, toen wij in zee gestoken waren, nadat wij ons van hen hadden losgescheurd, dat wij recht op Kos aankoersten en de dag daarna op Rhodos en vandaar op Patara. En nadat wij een schip gevonden hadden, dat naar Fenicië zou oversteken, gingen wij aan boord en voeren af.
Patara was al sinds de 12e eeuw voor Christus een belangrijke metropool, en al eeuwenlang de zetel van het parlementꜛ (βουλευτηριονꜛ) van de machtige Lycische Bond, een federatie van minstens 23 stadstaten die bestaan heeft totdat zij uiteindelijk in de vierde eeuw na Christus opging in het Byzantijnse Rijk, na eerder een provincie te zijn geworden in het Romeinse Rijk. Ook toen was de stad belangrijk genoeg voor een bezoek door keizer Hadrianusꜛ en zijn vrouw Sabineꜛ, in 131 na Christus.
De Lycische Bond was een van de voorbeelden van de schrijvers van de grondwet van de Verenigde Staten.
Patara was een logische overstapplaats: de stad werd bezocht door een menigte schepen, en de haven had een grote vuurtoren.
Myra:
- Handelingen 27:4-6
- En vandaar afgevaren, voeren wij onder Cyprus langs, omdat de winden tegen waren; wij staken de volle zee bij Cilicië en Pamfylië over en kwamen te Myra in Lycië aan. En daar vond de hoofdman een schip uit Alexandrië, dat naar Italië voer, en hij liet ons daarop overgaan.
Myra (vlak bij het tegenwoordige Demre) is bij ons het meest bekend als de standplaats van bisschop Nicolaas, de latere Sinterklaas.