Virtueel bewustzijnꜛ
Virtueel bewustzijn is alles wat zich, van buitenaf gezien, voordoet als bewustzijn: begrip, kennis, intelligentie, empathie — begrepen als structuurꜛ of gedragꜛ. Alle bewustzijn dat we menen waar te nemen in anderen is virtueel. Hier volgen enkele voorbeelden.
- Vermogens (in mechanische zin)
- Een vermogen tot herkennen, tot herinneren, tot adequaat reageren op onverwachte situaties — al deze zaken zou een ingewikkelde machine zonder reëel bewustzijn in principe ook kunnen.
- Toegang tot informatie
- Een computerprogramma kan dingen lerenꜛ en het geleerde weergeven, of kan informatie verschaffen over zijn eigen toestand („geheugen bijna vol”, „Ik draai al drie dagen non-stop”).
- Redeneervermogenꜛ
- Redenerende programma's bestaan in grote aantallen, en er is niet de minste aanwijzing dat daar sprake is van enig, zelfs rudimentair, bewustzijn. De kunstmatige intelligentieꜛ houdt zich bezit met dit aspect van virtueel bewustzijn.
- Aandachtꜛ
- Dit valt om dezelfde reden ook af: een robot kan zich richten op een specifiek onderwerp, en minder of geen aandacht besteden aan andere.
- Wakenꜛ en slapenꜛ
We weten genoeg van mechanische systemen (in ruime zin, dus inclusief electronica) om te vermoeden dat die in staat zijn tot alle gedrag waartoe bewuste wezens in staat zijn. ((Dit moet heel anders. Eventuele engelenꜛ zijn ook bewuste wezens, en vrije keuze is niet mechaniseerbaar.))
Virtueel bewustzijn leidt tot belangrijke wetenschappelijke vragen, maar minder tot wijsgerige vragen (één wijsgerige vraag betreft de anthropie). Wij zullen ons er in dit werkje dan ook niet veel meer mee bezig houden.